
“Veel is technisch met waterstof al mogelijk, maar opschaling en kostendaling hebben nu eenmaal tijd nodig.”
“Waterstof heeft nog zeker tien jaar nodig voordat het op grote schaal toegepast is. Dat moeten we ons goed realiseren. Anders trekken we over één of twee jaar de stekker eruit, omdat de businesscase nog niet sluitend is. Dat zou doodzonde zijn. Opschaling en kostendaling hebben nu eenmaal tijd nodig; gun waterstof die tijd ook.” aldus Mascha Smit lector duurzame energie aan de HAN University of Applied Sciences.
Mascha houdt zich sinds de jaren ’90 af en aan bezig met waterstof. “Nederland heeft een lange historie op het gebied van waterstof en deed mee op wereldniveau, maar rond 2009 werd dat om de een of andere reden aan de kant gezet. Nu roepen we weer dat Nederland een waterstofland moet worden. Dat is een mooi streven, maar realiseer wel dat we met een achterstand beginnen. Er moet ontzettend veel gebeuren en we bevinden ons echt in de beginfase.”
“Waterstof kun je overal ter wereld omzetten in bruikbare energie voor uiteenlopende doeleinden, van elektriciteit en transport tot verwarming in de gebouwde omgeving. En dat allemaal zonder CO2-emissies en afhankelijkheid van petrochemische, geopolitieke situaties. Het is een schone keten die heel breed toepasbaar is. Daarnaast hebben we waterstof keihard nodig in de energietransitie. We kunnen duurzame energie al wel opwekken, maar niet altijd op de plek en het tijdstip waar dat nodig is.”
“Technisch gezien kunnen we de benodigde systemen voor een waterstofeconomie al ontwikkelen. Natuurlijk moeten ze goedkoper en efficiënter worden en moet de levensduur omhoog, maar op papier kan het allemaal. Daar zit het probleem niet. De tijd en kosten die gepaard gaan met grootschalige implementatie, dáár zit de bottleneck,” aldus Mascha Smit.
“Waterstofproductie moet in de aankomende jaren gestaag toenemen en de technologie moet doorontwikkeld worden, zodat de kosten dalen. Zo simpel is het.”